Pieter Bruegel de Oude Instituut voor Werelderfdrachtsmystiek (PIW) Het Eindtijdvisioen – Ultrageneratief Cliroecologisch Helderlandschapsonderwijs (UCeHl)

Elke (hogere) erfdracht kan ultrageneratief onderwezen worden.

Beatrijs & Pierre

Mystieke Paroemionymie ; Aan de veren herkent men de vogel Mn / Aan een been knagen Cu / Aan een oud dak moet je veel herstellen Cr / Achter het net vissen Li / Als de ene blinde de andere leidt… Be / Als het kalf verdronken is Ba / Bij de duivel te biechten gaan C / Bij iemand in het krijt staan Fe / Daar hangt de po uit Sr / Daar hangt de schaar uit Ni / Daar hangt het mes uit Sn / De verkeerde Wereld Au / Daar staan klompen B / De bok slepen Ti / De cappe op den thuyn hangen C / De duivel op het kussen binden P / De een rokkent wat de ander spint Pt / De een scheert schapen de ander varkens Methaan / De ene bedelaar ziet de ander niet graag voor de deur staan Si / De ene pijl de andere nazenden Li / De galg beschijten U / De gekken krijgen de beste kaarten Ammonium / De grote vissen eten de kleine Hg / De haan en de vos hebben elkaar te gast H / De hennentaster Cl / De hond in de pot vinden Sn / De kat de bel aanbinden Zr / De kruik staat zolang te water tot zij barst Th / Den harinck braden om den roge oft kuyt Ce / De omgekeerde Wereld Acetyleen / De ooievaar nakijken He / De reis is nog niet ten einde als men kerk en toren herkent Propyleen / De rook kan het hangerijzer niet deren Be / De spindel valt in het vuur Pb / De teerling is geworpen O3 / De zeug loopt met de tap weg Ar / De zon niet in het water kunnen zien schijnen O / Die dragen water in deene hand en in dander tfier Ra / Die zijn pap gemorst heeft kan niet alles weer oprapen Bi / Door de mand vallen Ti / Door het oog van de schaar trekken Ag / Dune moets niet ute andersmans siden, eneghert breden rieme sniden Cu / Een aal bij de staart hebben Nb / Een deksel op zijn kop hebben Sn / Een ei in het nest laten Na / Een gat in het dak krijgen Aluin / Een hark zonder steel Rn / Een kaars voor de duivel branden Benzeen / Een morse muur is snel afgebroken H / Een oogje in het zeil houden C / Een oorblazer Al / Een pilaarbijter C / Een schuimspaan zijn O / Een stok in het wiel steken S / Elkaar bij de neus nemen Hg / Ergens de gek mee scheren Cr / Gode enen vlassenen baert maken Aluin / Hem roeckt niet huys dat brandt als hi hem by de colen wermen mach H / Het bijltje zoeken C / Het is gezond om in het vuur te pissen Fe / Het is maar hoe de kaarten vallen Rn / Het is onder het hoedje gespeeld Methaan / Het varken is door de buik gestoken Bi / Hi cust het ringscken van de deuren Mg / Hij draagt de dag met manden uit S / Hij heeft de Wereld aan zijn voeten liggen Ureum / Hij kan door een eiken plank als er een gat in zit H / Hij laat de Wereld op zijn duim draaien U / Hij loopt alsof hij het vuur in zijn aars heeft Cd / Hij vangt vissen met zijn handen Ni / Hij speelt op die kake C / Iets door de vingers zien O / In het harnas steken Fe / Lachen als een boer die kiespijn heeft Sn / Liefde is waar de geldbuidel hangt C / Men heeft daar latten op het dak Be / Men kan niet gapen tegen een oven B / Men moet de schapen scheren als naar ze wol hebben Aluin / Men moet zich krommen wil men door de Wereld kommen Mn / Met hem kan men geen spies draaien Hg / Met het hoofd tegen de muur lopen P / Men moet geen rozen (paarlen) voor de zwijnen werpen C / Naar het kippenei grijpen en het ganzenei laten lopen Propyleen / Niemand zo fijn iets spon of het kwam aan het licht der zon Au / Niemant en soeckt de anderen in den oven of hi hefter selver in gewest Si / Niet van het ene brood tot het andere geraken Ammonium / Nood doet onze quenen draven Diamant / Onder de bezem getrouwd zijn C / Onwert dieghene talre stont, die twee tonghen draghen in den mont H / Op de Wereld schijten Ureum / Op hete kolen zitten Cu / Paardenkeutels zijn geen vijgen Be / Pluimen in de wind waaien Li / Schelvis uitwerpen om kabeljauw te vangen Ti / Si trecken omt lanxte C / So ras het hecken van de dam is, lopender de verckens in het koren Pt / Tegen de maan pissen Si / Tegen de stroom is het kwaad roeien H / Tot de tanden bewapend zijn C

(Breda 1525•1530-Brussel 9.VIIII.1569)